geschiedenis van Israël

 

De eerste voorvader van de Israëlieten was Abraham.

 

Abraham leefde van 1905-1730 v.Chr en werd 175j. Hij is de eerste aartsvader. Hij trouwde met Sarah en ze leefden in Kanaän. Sarah leefde van 1895-1768 v.Chr.  De moslims noemen hem IbrahimAbraham had kinderen met drie vrouwen: Sara (1 echte zoon), Hagar (1 onechte zoon), Ketura (6 onechte zonen).

 

Isaak (1805-1625 v.Chr is de tweede aartsvader. Hij is de enige echte zoon van Abraham (en Sara). Abraham offerde hem bijna op de Tempelberg, maar God weerhield hem. Isaak huwt Rebekka in 1765 v.Chr.

 

Ismaël (1819-1682 v.Chr) is het onecht kind van Abraham en Hagar, de slavin van Sarah. Hij is de halfbroer van Isaak. Ismaël werd (ca 1802 v.Chr) samen met zijn moeder Hagar door Abraham weggestuurd de woestijn in, naar de woestijnvolkeren. Moslims beschouwen Ismaël als de stamvader van de Arabieren.

 

Jakob leefde van 1745-1598 v.Chr. Hij is de derde aartsvader. Hij was de zoon van Isaak en Rebekka. Jacob had kinderen met vier vrouwen: Lea (6 zonen, 1 dochter), Rachel (2 zonen), Zilpa (2 zonen), Bilha (2 zonen).

 

Esau is de eerstgeborene tweelingbroer van Jacob. Hij wordt ook Edom genoemd (zie Genesis 36). De voornaamste stam van Edom, de Amalekieten bestookten Israël voortdurend (zie Exodus 17). God zei om deze reden: “De strijd van de HEERE zal tegen Amalek zijn, van generatie op generatie!” (Exodus 17:16). Psalm 83 bevestigt zowel historisch als profetisch dat Edom, Ismaël en Amalek samenwerken in een complot tegen Israël. De Amalekieten staan links onder vermeld op de kaart van 'de twaalf stammen van Israël' (zie verder).

 

“Israëlieten” was de collectieve naam van de nakomelingen van Jakob. De twaalf zonen van Jacob vormden de twaalf stammen van Israël. Het beloofde land werd zo opgedeeld dat iedere stam een eigen grondgebied kreeg. 

 

Er kwam hongersnood en Jacob met zijn zonen trokken naar Egypte waar ze uiteindelijk moesten leven als slaven. God leidde het Israëlische volk weg uit Egypte (1400 v.Chr), waar het 215 jaar had gewoond, terug naar het beloofde land Kanaän onder leiding van Mozes (1481-1361 v.Chr). Het volk trekt veertig jaar door de Sanaïwoestijn. Onderweg bij de berg Horeb (Sanaïberg) beloofde het volk zichzelf en ook zijn nakomelingen aan de dienst van God te wijden en ontving Mozes van God de wet van de Tien geboden op stenen tafelen. 

 

God leidde Zijn volk uit Egypte weg naar Kanaan, het Beloofde Land. 
 
 
Ze werden geleid naar het gebied rond het centraal gelegen Jeruzalem, tussen het zuidelijke Judea en het noordelijke Samaria en Galilea. Later zal Jezus Christus geboren worden in Bethlehem in Judea en opgroeien in het dorpje Nazareth in Galilea.
 
 

Israël als volk ontstaat in de zonen van Jacob: 

  • Ruben, Simeon, Levi, Juda, Issachar, Zebulon (zonen van Jacob en Lea) 
  • Jozef en Benjamin (zonen van Jacob en Rachel) 
  • Gad, Aser, (zonen van Jacob en Zilpa, de slavin van Rachel) 
  • Dan, Naftali (zonen van Jacob en Bilha, de slavin van Rachel). 

Deze 12 zonen vormen de basis van de stammen van Israël, waarbij de zonen van Jozef: Manasse en Efraïm elk een stuk van Jozefs deel krijgen. De stam Levi krijgt geen grondgebied; de Levieten zijn de priesters. Jozef wordt onderkoning in Egypte (1624 v.Chr) en in 1615 v.Chr maakt hij zich bekend aan zijn broers.

 

De twaalf stammen van Israël

 

Ten noorden: Koninkrijk Israël  

De stammen Aser, Naftali, Zebulon, Issachar, Manasse, Dan, Efraïm, Gad en Ruben vormden samen het noordelijke rijk, bekend onder de naam Koninkrijk Israël met de nieuwe hoofdstad Samaria, en bleven “Israëlieten” genoemd worden. In het Oude Testament kunnen we lezen dat het noordelijk deel, Israël, vele malen koningen gehad heeft die God vergeten waren en die vreemde goden dienden en die ‘deden wat kwaad was in Gods ogen’. In 722 v.Chr. werd het noordelijke rijk veroverd door de Assyriërs en de meeste inwoners werden weggevoerd naar het Assyrische rijk (het noordelijke deel van Mesopotamië met hoofdstad Assur in het huidige Irak). Deze stammen werden verstrooid en zijn dat tot op de dag van vandaag nog steeds. 

 

Ten zuiden: Koninkrijk Juda

De stammen Juda, Simeon en Benjamin, samen met de Levieten die de tempeldienst verrichtten, werden bekend onder de naam Koninkrijk Juda, met als hoofdstad Jeruzalem. De inwoners ervan werden “Judeeërs” genoemd, en op grond van hun godsdienst “Joden”. Het koninkrijk Juda kende tijden waarin zij gezegend werden. Dit begon met koning David (1000-960 v.Chr) en diens zoon, koning Salomo (960-922 v.Chr). 

In 597 voor Christus wordt ook Juda in ballingschap weggevoerd. De Babylonische Ballingschap van de Joden begon met een eerste deportatie naar Babylon na de inname van Jeruzalem in 597 voor Christus door de Babyloniërs. Babylonië (Babylonische Rijk) was een koninkrijk in zuidelijk Mesopotamië. Babylon (Babel) is een stad uit de oudheid, die zich in het huidige Irak bevindt, 80 km ten zuiden van Bagdad. De tweede deportatie vond plaats na de verwoesting van de tempel van Jeruzalem in 587 voor Christus. Dit was het begin van de later talloze Joodse gemeenschappen die permanent buiten Juda woonden, wat de Joodse diaspora wordt genoemd.

 

Kaart van het Assyrische rijk

 

In 538 voor Christus werd Babylon door de Perzen veroverd en koning Kores (koning van Babel) gaf aan de Joden, zoals zij vanaf dat moment naar de stam Juda genoemd worden, toestemming om terug te keren naar Juda en in Jeruzalem de tempel te herbouwen.

De Joden werden ook overheerst door de Meden en Perzen, de Grieken en de Romeinen. In de Romeinse tijd hebben de Joden echter Jezus Christus niet aanvaard als de verwachte Messias (Masjiach). 

Nadien werd hun land, hun stad Jeruzalem en hun tempel voor de tweede maal verwoest. Ze werden uiteen gedreven en verspreid over de hele aarde. Ze hebben oorlogen, veel geweld en ellende meegemaakt. Soms kregen ze burgerrechten, vaker werden deze hen ontzegd. Sommige landen vervolgden hen fanatiek, andere landen waren mild.

Na meer dan tweeduizend jaar van ellende bleven ze - als Joodse gemeenschappen versnipperd over de ganse aarde - dan toch wel bestaan als Joodse volk. God liet hen niet in de steek want ze zijn het uitverkoren volk van God. 

 

Belagers en onderdrukkers van Israël kwamen uit de omliggende gebieden: Moabieten (1292-1274 v.Chr) - Ammomieten (1117-1099 v.Chr) - Filistijnen (1106-1066 v.Chr)- Amalekieten (frequent). 

Meer dan 3.000 jaar later is hieraan weinig veranderd: de Egyptenaren vanuit het zuid-westen (de huidige Gaza-strook) en de Jodaniërs vanuit het oosten (de huidige Westelijke Jordaanoever).

 

Kaart ca 1.000 voor Jezus Christus

 

Kaart ten tijde van Jezus Christus

 

In 1947 lanceerde de VN het Dalmatiërplan

Na de gruwelmoorden op miljoenen Joden gedurende Wereldoorlog 2 heeft de VN in 1947 besloten om aan de Joden hun moederland - het heilig land Israël dat God hen ooit had toegewezen - terug te schenken. Helaas was het een halfslachtige oplossing. De kaart van de VN van 1947 (zie verder) lijkt meer op een gevlekte Dalmatiër dan op een kaart van een normaal land. Het was een slecht voorstel met versnipperde landsdelen, zonder samenhang. De Joden willen uiteindelijk hun land terug, hun Israël, en geen versnipperde gebieden tussen moslimgebieden

Merk ook op dat het verdelingsplan van de VN van 1947 ten onrechte 'Palestina' wordt genoemd, bestaande uit een Joodse staat en een moslim staat. Al enkele duizenden jaren heet Israel 'Israel'. De VN noemde Israel dan ook ten onrechte 'Palestina'. Palestina is een nepnaam.

Bovendien keren er nog steeds Joden van over gans de wereld terug naar hun moederland Israël. Daarvoor is er plaats nodig.  

 
Voor de Joden is het historische stadsgedeelte van Jeruzalem het heilige van het heilige. Ook dat is aanleiding tot grote conflicten omdat de moslims op het oude historische deel van Jeruzalem (oa de Tempelberg) beslag hebben gelegd, terwijl ze toch zelf hun heilige stad Mekka in Arabië hebben. Sinds 1947 tot vandaag zijn dit allemaal aanleidingen geweest tot voortdurende spanningen en conflicten tussen de Joden en de moslims in het heilig land.
 
Fout ontwerp VN verdelingsplan 1947: Dalmatiërkaart (vlekkenkaart) van Israël zonder enige coherentie en bovendien zijn de Joodse gebieden volledig afgesneden van Jeruzalem.
 

 

Spanningen tussen Joden en moslims

Onmiddellijk na de onafhankelijkheidsverklaring van Israël op 14 mei 1948 vielen de legers van zes omringende (Arabische) moslimlanden - Egypte, Syrië, Jordanië, Libanon, Saoedi-Arabië en Irak - samen met de lokale (Arabische) moslimmilities de ontluikende Joodse staat aan vanuit alle richtingen. Hun doel was om de uitvoering van de VN-verdelingsresolutie te vernietigen en de Joden met geweld uit hun land te verdrijven. De staat Israël vocht om zijn onafhankelijkheid te behouden en slaagde erin de vijand te verslaan.

Het valt op hoe men zich steeds verbergt achter de naam ‘Arabische landen’, terwijl het in werkelijkheid om ‘moslimlanden’ gaat. Arabië is slechts één van de omringende moslimlanden. Men spreekt ook niet van ‘Egyptische landen’ of ‘Syrische landen’. Wat de omringende landen van Israël gemeenschappelijk hebben is hun moslimgeloof, wat hun tot vijanden maakt van de Joden in Israël

De Joden spreken van de huidige vijfde en laatste galoet (ballingschap, diaspora), nl de galoet van Ismaël, genaamd naar de halfbroer van Isaak, veroorzaakt door de moslim volkeren van het Midden-oosten en het oprukkende antisemitisme in het Westen.

 

De Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever werden tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog van 1948 bezet door de islamitische buurlanden Egypte (Gaza was een Egyptisch protectoraat van 1948 tot 1967) en Jordanië. Verder ook nog invasies vanuit Syrië en Libanon. Deze gebieden zijn vandaag nog steeds bezet door de moslims.

De foute Dalmatiërskaart van de VN van 1947 werd tijdens de oorlog van 1948 enigsinds herschikt en de Joodse gebieden kregen meer samenhang. Maar het hart van het land, Jeruzalem waar alles om draait, wordt ten noorden, oosten en zuiden in een wurggreep gehouden door moslims. 

 

De Westelijke Jordaanoever (roze arcering) vormt een wijdse en diepe insnijding in Israël, tot vlak bij Jeruzalem, het hart van het land en het heilige van het heilige voor de Joden. Een land als lange smalle landstrook dat - tot vlak bij de hoofdstad - wijds en diep wordt ingesneden, bewoond door een vijandig moslim volk en omringd door vijandige moslimstaten kan onmogelijk in rust en vrede leven. Deze situatie is een onleefbare onophoudelijke kwelling, een hellevuur voor de Joden in Israël.

 

Hoe kijken de moslims naar anders gelovigen of ongelovigen?

‘Strijdt tegen hen tot de afgodendienst niet meer bestaat en de religie geheel aan Allah behoort.’(Koran-2:193).

‘Neem geen joden en christenen als vrienden.’(Koran-5:51).

‘Bevecht hen tot alle tegenstand stopt en allen onderworpen zijn aan Allah.’(Koran: 8:39).

‘Vijandschap en haat zullen altijd tussen ons staan, totdat jullie alleen in Allah geloven.’(Koran- 60:4).

‘De ure zal niet aanbreken voordat de moslims de Joden bestrijden en de moslims hen doden.’ (Hadith).

De hoofden van ongelovigen moeten worden afgehakt. (Koran: soera 47 vers 4).

De Koran roept expliciet op om anders denkenden te doden “waar je ze maar aantreft”. (Koran: soera 291, soera 489 en soera 491.)

Moslims over de hele wereld worden door hun geloof aangezet tot vijandschap, haat, geweld, terreur en moord om anders gelovigen en ongelovigen te bevechten tot ze zich onderwerpen aan de islam. Deze moslimproblematiek is wereldwijd herkenbaar en in het bijzonder in Israël. Moslim terreurdaden zijn in Israël aan de orde van de dag. De Joden in Israël slaan terug wanneer ze door de moslims worden bedreigd of aangevallen. De massale aanwezigheid van moslims in Israël vormt een enstige belemmering en zelfs een reële bedreiging voor de Joden. 
 
Binnen de moslims zijn er verzetsgroepen en terreurgroepen ontstaan die allen fel gericht zijn tegen de Joden. 
De PLO (Palestine Liberation Organization, een overkoepelende organisatie van Palestijnse verzetsgroepen) vermelde Jeruzalem in de grondwet van 1968 als “de zetel van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie”. In het handvest van de PLO staat ook dat men uit is op vernietiging van de staat Israël. Zij verzetten zich tegen de seculiere joodse staat en eisen dat er in de plaats een islamitische staat wordt gevestigd, waar de sharia (het islamitische recht) wordt toegepast.

De Palestijnse terreurbeweging Hamas willen niet alleen de staat Israël vernietigen, maar ook alle Joden ombrengen. Ze willen in feite een nieuwe Holocaust. Men beroept zich op een fragment uit de islamitische overlevering of Hadith: ‘De ure zal niet aanbreken voordat de moslims de Joden bestrijden en de moslims hen doden.’

 

Wat wil God?

Ten tijde van Mozes voerde God Zijn geliefde Joodse volk uit ballingschap weg uit Egypte, terug naar het Beloofde Land.

God liet nadien toe dat de Joden werden gedeporteerd door de Assieriërs en de Babyloniërs.

Ten tijde van Jezus Christus gaf Hij hun de lang verwachte Messias, maar de Joden aanvaardden Hem niet.   

Ten tijde van Mohammed liet Hij toe dat de moslims het Heilig land veroverden en bezetten tot op vandaag. De overtuigde Joden werden stelselmatig uitgedreven uit hun land (diaspora), de afvallige Joden werden bekeerd tot de islam.

God liet de gruwelijke holocaust toe.

God staat in deze tijden de spanningen, terreur en oorlogen toe in en rond het Heilig Land.

God heeft goddelijk veel geduld met de mens. Hij gruwelt de haat en geweld tussen de mensen onderling, maar Hij respecteert tot in extremis de vrije wil van de mens

God verlangt goddelijk veel naar verzoening en liefde onder al Zijn kinderen, niet één kind wil Hij verliezen aan de duisternis.

Hij wil al Zijn kinderen verzoenen in Jezus Christus, de Messias voor de ganse mensheid

Wanneer de Joden en de moslims Jezus Christus willen aanvaarden als de Messias, als de Zoon van God, kan er echte verzoening en vrede in hun hart komen. 

Weldra zal er een valse één-wereld-religie gepromoot worden, een smeltkroes van religies en humanisme, wat opnieuw een gruwel is voor God. Er is maar één ware religie, dat is deze van de Drie-ene-God, met Jezus Christus als de ware Messias, de Zoon van God.

Zodra Joden en moslims zich willen bekeren tot de Drie-ene God (Vader-Zoon-Heilige Geest) en Jezus Christus zullen aanvaarden als hun Koning die regeert, zal het Heilig land bewoond worden door verzoende mensen overeenkomstig de Heilige Wil van God. Die glorieuze Dag zal de aanvang zijn van het Duizendjarige Rijk van Vrede.

 

© 2013 Alle rechten voorbehouden.

Maak een gratis websiteWebnode