34 bedenkingen bij passages uit de Bijbel

 

Dit is mijn gebod

Joh.15
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
Blijft in mijn liefde.
Als gij mijn geboden onderhoudt,
zult gij in mijn liefde blijven.
...
Dit is mijn gebod,
dat gij elkaar liefhebt, zoals Ik u heb liefgehad.
...
Gij zijt mijn vrienden als gij doet wat Ik u gebied.
...
Dit is mijn gebod,
dat gij elkaar liefhebt.
 
Jezus zei dit tot Zijn leerlingen. Zijn leerlingen waren de apostelen, maar dat zijn ook wij die Hem dagelijks volgen. Dat betekent dat wij, christenen die Jezus trouw volgen, elkaar moeten liefhebben. Jezus zei uitdrukkelijk: 'dit is Mijn gebod, dat gij elkaar liefhebt'.   
 

Ik heb u uit de wereld uitgekozen

Joh.15
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
“Als de wereld u haat,
bedenkt dan dat zij Mij eerder heeft gehaat dan u.
Als gij van de wereld zoudt zijn,
zou de wereld liefhebben wat haar toebehoort.
Daar gij echter niet van de wereld zijt,
maar Ik u uit de wereld heb uitgekozen,
daarom haat de wereld u.
Herinnert u wat Ik u gezegd heb:
een dienaar staat niet boven zijn heer.
Als ze Mij vervolgd hebben, zullen ze ook u vervolgen.
Als ze mijn woord onderhouden hebben,
zullen ze ook het uwe onderhouden.
Maar dit alles zullen zij u vanwege mijn Naam aandoen,
want Hem die Mij gezonden heeft kennen zij niet.”
 

Blijft in mijn liefde

Joh.15
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
“Zoals de Vader Mij heeft liefgehad,
zo heb ook Ik u liefgehad.
Blijft in mijn liefde.
Als gij mijn geboden onderhoudt
zult gij in mijn liefde blijven,
gelijk Ik, die de geboden van mijn Vader heb onderhouden
in zijn liefde blijf.
Dit zeg Ik u,
opdat mijn vreugde in u moge zijn
en uw vreugde volkomen moge worden.”
 
Hoe kun je in de liefde van Jezus blijven?
Door Zijn geboden te onderhouden.
 

Blijft in Mij dan blijf Ik in u

Joh.15
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
“Ik ben de ware wijnstok
en mijn Vader is de wijnbouwer.
Elke rank aan Mij die geen vrucht draagt
snijdt Hij af;
en elke die wel vrucht draagt
zuivert Hij, opdat zij meer vrucht mag dragen.
Gij zijt al rein
dankzij het woord dat Ik tot u gesproken heb.
Blijft in Mij
dan blijf Ik in u.
Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf
maar alleen als zij blijft aan de wijnstok,
zo gij evenmin als gij niet blijft in Mij.
Ik ben de wijnstok, gij de ranken.
Wie in Mij blijft, terwijl Ik blijf in hem
die draagt veel vrucht,
want los van Mij kunt gij niets.
Als iemand niet in Mij blijft
wordt hij weggeworpen als de rank en verdort;
men brengt ze bij elkaar, gooit ze in het vuur en ze verbranden.
Als gij in Mij blijft en mijn woorden in u blijven
vraagt dan wat gij wilt en gij zult het krijgen.
Hierdoor wordt mijn Vader verheerlijkt:
dat gij rijke vruchten draagt;
zo zult gij mijn leerlingen zijn.”
 

Joden en moslims zijn nog steeds in dwaling

Mt 28
In die tijd
gingen de vrouwen terstond weg van het graf
met vrees en grote vreugde,
en zij haastten zich
het nieuws aan zijn leerlingen over te brengen.
En zie, Jezus kwam hen tegemoet en zeide:
“Weest gegroet.”
Zij traden op Hem toe,
omklemden zijn voeten en aanbaden Hem.
Toen sprak Jezus tot hen:
“Weest niet bevreesd.
Gaat aan mijn broeders de boodschap brengen,
dat zij naar Galilea moeten gaan
en daar zullen zij Mij zien.”
Terwijl de vrouwen nog onderweg waren,
gingen enkelen van de bewakers naar de stad
en berichtten aan de hogepriesters
alles wat er was voorgevallen.
Dezen hielden een bijeenkomst met de oudsten
en, na overleg, gaven ze aan de soldaten een flinke som geld
met de opdracht:
“Zegt maar:
Zijn leerlingen zijn Hem in de nacht komen stelen
terwijl wij sliepen.
En mocht dit soms de landvoogd ter ore komen,
dan zullen wij hem wel kalmeren
en er voor zorgen dat gij geen last krijgt.”
Zij namen het geld aan en deden zoals hun voorgezegd was.
Dit verhaal is onder de Joden verder verteld
tot op de dag van vandaag.
 
De valsheid van de hogepriesters en de oudsten om de soldaten uit te kopen voor een flinke som geld en hen een valse verklaring te laten afleggen dat het dode lichaam van Jezus uit het graf zou gestolen zijn door zijn leerlingen ipv te bevestigen dat Jezus uit de doden verrezen was, heeft er toe geleid dat de Joden en de moslims tot op vandaag deze leugens nog steeds geloven en de waarheid van de Verrijzenis van Jezus verwerpen. Joden en moslims zijn nog steeds in dwaling en nemen de waarheid over de Verrijzenis en het goddelijke Zoonschap van Jezus niet aan. Alle religieuse twist en oorlogen over gans de wereld waar Joden en moslims bij betrokken zijn, vindt zijn oorsprong in deze afschuwelijke leugen die deze twee geloven voor waarheid aannemen.
 

de Heer verwittigt, straft en vergeeft

2Kron.36
In die dagen maakten ook al de voornaamste priesters
en het volk
zich herhaaldelijk schuldig aan de gruweldaden der
heidenen
en ontheiligden de tempel van Jeruzalem, die aan de Heer gewijd
was.
En de Heer, de God van hun voorvaderen,
stuurde al maar gezanten naar hun toe,
want Hij had medelijden met zijn volk en met zijn woning.
Maar zij verachtten Gods gezanten,
spotten met hun boodschap en maakten zich vrolijk over de
profeten,
zodat tenslotte de toorn des Heren wel genadeloos moest
losbarsten over het volk.
De koning der Chaldeeën liet de tempel in brand steken en de
muur van Jeruzalem afbreken
en alle paleizen liet hij plat branden,
zodat alle kostbaarheden verloren gingen.
Allen die aan het zwaard ontkomen waren,
liet hij in ballingschap wegvoeren naar Babel
waar zij hem en zijn zonen als slaven moesten dienen
tot het Perzische rijk aan de macht kwam.
Zo ging de voorspelling in vervulling,
die de Heer bij monde van Jeremia gedaan had:
“Zolang het land zijn sabbatjaren niet vergoed gekregen heeft,
zal het braak blijven liggen: zeventig jaar lang.”
In het eerste regeringsjaar van Cyrus, de koning van Perzië,
ging de voorspelling in vervulling,
die de Heer bij monde van Jeremia gedaan had:
de Heer wekte de geest op van Cyrus, de koning van Perzië.
Deze liet in heel zijn koninkrijk de volgende boodschap
afkondigen en ook schriftelijk verspreiden:
“Zo spreekt Cyrus, de koning van Perzië:
De Heer, de God des Hemels,
heeft mij alle koninkrijken der aarde geschonken.
Hij heeft mij opgedragen
voor Hem te Jeruzalem in Juda een tempel te bouwen:
laten allen onder u, die tot het volk des Heren behoren,
onder de hoede van de Heer, hun God, terugkeren naar Jeruzalem.”
 

Bedenking:

De Israëlieten maakten zich herhaaldelijk schuldig aan gruweldaden in de ogen van God en ontheiligden de tempel van Jeruzalem. God stuurde hen gezanten en profeten om hen te waarschuwen, maar ze spotten met de boodschappen, tot dat de toorn van God genadeloos losbarstte over het weerspannige volk. De tempel werd in brand gestoken, de beschermende muur van Jeruzalem gesloopt en alle paleizen plat gebrand. De overlevenden werden in ballingschap wegvoeren naar Babel waar ze als slaven moesten dienen. Hun hardnekkige ongehoorzaamheid en spot werden door God bestraft.

 
Na zeventig jaar bestraffing bracht God verlossing. De koning van Perzië kreeg van God de opdracht in Jeruzalem in Juda opnieuw een tempel te bouwen en de Israëlieten te laten terugkeren naar Jeruzalem. Na zeventig jaar die nodig waren om hen nederig te maken en tot inkeer te laten komen, gaf God aan de Israëlieten hun land en de heilige stad Jeruzalem terug en liet opnieuw een tempel bouwen waar Hij bij zijn volk kon wonen.
 
Kern: God wenst dat we leven volgens zijn Geboden. Als we deemoedig gehoorzamen zegent Hij ons. Als we ernstig afwijken herinnert Hij ons via zijn gezanten en profeten. Als we hoogmoedig blijven weigeren straft Hij ons, om ons tot bekering te laten komen. Na onze bekering zegent Hij ons opnieuw met Zijn goedheid.
 

De Geboden van God

Ex.20
Uit het boek Exodus.
In die dagen sprak God al de woorden die hier volgen.
“Ik ben de Heer uw God, die u heb weggeleid uit Egypte, het slavenhuis.
Gij zult geen andere goden hebben ten koste van Mij.
(Gij zult geen godenbeelden maken,
geen afbeelding van enig wezen boven in de hemel,
beneden op aarde of in de wateren onder de aarde.
Gij zult u voor hen niet ter aarde buigen
en hun geen goddelijke eer bewijzen;
want Ik, de Heer uw God,
Ik ben voor hen die Mij haten een jaloerse God,
die de schuld van de vaders wreekt op hun kinderen
tot het derde en vierde geslacht,
maar voor hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden
een God die goedheid bewijst tot aan het duizendste geslacht.)
Gij zult de Naam van de Heer uw God niet lichtvaardig gebruiken;
want de Heer laat hen die zijn Naam lichtvaardig gebruiken,
niet ongestraft.
Denk aan de sabbat: die moet heilig voor u zijn.
(Zes dagen zult gij werken en alle arbeid verrichten.
Maar de zevende dag is de sabbat voor de Heer uw God.
Dan moogt gij geen enkele arbeid verrichten:
gij zelf niet, uw zoon niet, uw dochter niet,
uw slaaf niet, uw slavin niet, uw dieren niet,
zelfs niet de vreemdeling die bij u woont.
In zes dagen immers heeft de Heer de hemel, de aarde,
de zee met al wat er in is gemaakt.
Maar de zevende dag heeft Hij gerust
en zo de sabbat gezegend en tot een heilige dag gemaakt.)
Eer uw vader en uw moeder.
Dan zult gij lang leven op de grond die de Heer uw God u schenkt.
Gij zult niet doden.
Gij zult geen echtbreuk plegen.
Gij zult niet stelen.
Gij zult tegen uw naaste niet leugenachtig getuigen.
Gij zult uw zinnen niet zetten op het huis van uw naaste;
gij zult uw zinnen niet zetten op de vrouw van uw naaste,
niet op zijn slaaf, zijn slavin,
zijn rund of zijn ezel,
op niets wat hem toebehoort.”
 
Samengevat:
  1. Gij zult geen andere goden hebben ten koste van Mij.
  2. Gij zult geen godenbeelden maken, geen afbeelding van enig wezen.
  3. Gij zult de Naam van de Heer uw God niet lichtvaardig gebruiken.
  4. De sabbat moet heilig voor u zijn, dan moogt gij geen enkele arbeid verrichten.
  5. Eer uw vader en uw moeder.
  6. Gij zult niet doden.
  7. Gij zult geen echtbreuk plegen.
  8. Gij zult niet stelen.
  9. Gij zult tegen uw naaste niet leugenachtig getuigen.
  10. Gij zult uw zinnen niet zetten op wat uw naaste toebehoort.
 

De teneur naar Pasen werd gezet.

Mt.20
Toen Jezus van plan was naar Jeruzalem te gaan,
nam hij de twaalf apart en onderweg sprak Hij tot hen:
“Wij gaan nu naar Jeruzalem,
waar de Mensenzoon aan de hogepriesters en
schriftgeleerden zal worden overgeleverd.
Zij zullen Hem ter dood veroordelen
en aan de heidenen overleveren
om Hem te bespotten, te geselen en te kruisigen,
maar op de derde dag zal Hij verrijzen.”
 
De teneur naar Pasen werd gezet.
 

Bekeert u tot Mij met heel uw hart, spreekt de Heer, want Ik ben genadig en barmhartig.

Ez. 18
Wanneer de boosdoener zich afkeert
van al de zonden die hij heeft bedreven,
wanneer hij al mijn geboden onderhoudt
en handelt naar recht en wet,
dan zal hij leven, zeker leven
en hij zal niet sterven.
Van al de wandaden, die hij bedreven heeft,
wordt hem er geen meer toegerekend
en vanwege de gerechtigheid, die hij betracht heeft,
zal hij leven.
Zou ik soms behagen vinden
in de dood van een boosdoener
– zo spreekt God de Heer –
en niet veeleer daarin,
dat hij zich afkeert van zijn wegen
en in leven blijft?
 
Ps. 130
Uit de diepte roep ik, Heer,
luister naar mijn stem.
Wil aandachtig horen
naar mijn smeekgebed.
Als Gij zonden blijft gedenken,
Heer, wie houdt dan stand?
Maar bij U vind ik vergeving,
daarom zoekt mijn hart naar U.
 
Bekeert u tot Mij met heel uw hart, spreekt de Heer,
want Ik ben genadig en barmhartig.
 

Respecteer de sabbat

Jes 58
'Wanneer gij op de sabbat
geen reis meer onderneemt
en op mijn heilige berg
niet langer uw voordeel najaagt,
wanneer gij de sabbat uw vreugde noemt
en de heilige dag van de Heer eerbiedigt,
wanneer gij die dag in ere houdt
door niet uw zaken na te gaan
en niet uw voordeel te zoeken
en geen handel te drijven,
dan zult gij vreugde vinden in de Heer;
dan voer Ik u alle bergen van de aarde over
en laat Ik u genieten
van het erfdeel van Jakob, uw vader.'
 
Kern: God beloont wie Zijn heilige dag, elke zondag, respecteert.
 

Slechts onder bepaalde voorwaarden kan de mens leven in Gods zegen

Deut. 30
Mozes nam het woord en sprak tot het volk:
“Ik houd u vandaag het leven en het geluk voor,
maar ook de dood en het ongeluk.
Als gij luistert naar de geboden van de Heer uw God,
die ik u heden geef,
als gij de Heer uw God bemint,
zijn wegen gaat en zijn geboden,
voorschriften en bepalingen nakomt,
dan zult gij leven en talrijk worden
en zal de Heer uw God u zegenen
in het land, dat ge in bezit gaat nemen.
Maar als uw hart afdwaalt,
als ge niet luistert en u laat verleiden,
zodat gij u voor andere goden neerbuigt en die vereert,
dan kondig ik u heden aan,
dat gij zult omkomen en dat ge niet lang zult leven
op de grond, die ge na de overtocht van de Jordaan
in bezit gaat nemen.
Ik neem heden de hemel en de aarde tot getuigen tegen u.
Leven en dood houd ik u voor, zegen en vloek.
Kies dan het leven,
dan zult gij met uw nakomelingen het leven bezitten,
door de Heer uw God te beminnen,
naar Hem te luisteren en aan Hem gehecht te blijven.
Want daarvan hangt het af, of gij zult leven
en of gij lang zult wonen op de grond,
die de Heer aan uw vaderen,
aan Abraham, Isaak en Jakob onder ede heeft toegezegd.”

 

Bedenking: 

Mozes spreekt profetische woorden, het zijn de woorden die God spreekt tot zijn geliefde volk. Hij stelt het volk voor de keuze tussen het leven of de dood, tussen geluk of ongeluk. God adviseert hen om te kiezen voor de goede kant, voor het leven, voor het geluk, maar voorwaardelijk: “Kies dan het leven, dan zult gij met uw nakomelingen het leven bezitten, door de Heer uw God te beminnen, naar Hem te luisteren en aan Hem gehecht te blijven.”

In deze tekst uit de Bijbel staat duidelijk vermeld dat het land waar Mozes hen naartoe zal leiden, weg uit Egypte, naar Israël, de grond is die God aan hun vaderen, Abraham, Isaak en Jakob onder ede heeft toegezegd. Maar ook daar stelt God dezelfde voorwaarden om Hem te beminnen, naar Hem te luisteren en aan Hem gehecht te blijven, “want daarvan hangt het af, of gij zult leven en of gij lang zult wonen op de (die) grond”. Indien aan Gods voorwaarden niet wordt voldaan, dan zal zijn geliefde volk niet leven, niet gelukkig zijn en niet lang kunnen wonen op de grond van het land (Israël) dat Hij aan hun voorvaderen had toegezegd.

God schenkt aan de mens het leven, het geluk, een thuisland, maar onder duidelijke voorwaarden. Hij laat de mens vrij kiezen tussen goed of kwaad, maar onze keuze heeft gevolgen. Kiest de mens steeds opnieuw voor het goede, dan leeft hij in Gods zegen. Kiest de mens steeds opnieuw voor het kwade en vereert hij andere goden, dan eindigt de mens in de dood, het ongeluk, als een zwerver zonder thuisland.
 

Wat uit de mens komt bezoedelt de mens

MC 7
Jezus zei:
Wat uit de mens komt,
dat bezoedelt de mens.
Want uit het binnenste, uit het hart van de mensen
komen boze gedachten, ontucht, diefstal, moord,
echtbreuk, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog,
losbandigheid, afgunst, godslastering, trots, lichtzinnigheid.
Al die slechte dingen komen uit het binnenste
en bezoedelen de mens.
 
Bedenking:
De kracht en de verleiding van de Boze zijn groot, sterker dan de mens. We zijn als een speelbal op de golven van de zee, tenzij we ons volkomen overgeven aan Jezus, de H.Geest en de Vader en blijven bidden om ons te leiden, te beschermen, te behoeden tegen de karchten van de duisternis. OLV vroeg zo vaak tijdens haar verschijningen overal ter wereld: bidden en vasten! Gebed en offer zijn heilzaam, het vernietigt de kracht van de Boze. Het Rozenhoedje pijnigt de Boze, dan trekt hij zich terug.
 

Celibaat of huwelijk

1 Kor 7
Wie niet getrouwd is, heeft zorg voor de zaak des Heren,
hoe hij de Heer kan behagen.
Maar de getrouwde heeft zorg voor aardse zaken
en wil zijn vrouw behagen,
en zijn aandacht is verdeeld.
De vrouw, die geen man meer heeft,
en het ongehuwde meisje,
hebben zorg voor de dingen van de Heer,
om heilig te zijn naar lichaam en geest.
De getrouwde vrouw wijdt haar zorgen aan aardse dingen
en zij wil haar man behagen.
 
God laat ons de vrije keuze, celibaat of huwelijk. Het ene is niet beter dan het andere, ze zijn evenwaardig, maar ze zijn erg verschillend. In het celibaat heeft men de gelegenheid om God te behagen, de aandacht voor Hem is niet verdeeld. In het huwelijk heeft men de gelegenheid om de partner te behagen en aandacht te geven aan de kinderen als die er zijn. De aandacht voor God is dan verdeeld. Men kan geen twee heren tegelijk volledig dienen. 
 
God heeft de keuzemogelijkheid aan de mens gegeven om ofwel zorg te dragen voor de dingen van de Heer en heilig te leven naar lichaam en geest, ofwel zorg te dragen voor de aardse dingen, de partner en de kinderen. Beiden zijn waardevol voor God.
 

Ontucht, pornografie en prostitutie zijn allemaal doodzonden

 
1 Kor 6

Broeders en zusters,

het lichaam is er niet voor de ontucht, maar voor de Heer,

en de Heer voor het lichaam.

God heeft niet alleen de Heer opgewekt uit de dood,

Hij zal ook ons doen opstaan door zijn kracht.

Gij weet toch dat uw lichamen ledematen zijn van Christus?

Maar wie zich met de Heer verenigt

is met Hem één geest.

Elke andere zonde die een mens bedrijft, gaat buiten het lichaam om,

maar de ontuchtige zondigt tegen zijn eigen lichaam.

Gij weet het:

uw lichaam is een tempel van de heilige Geest,

die in u woont, die gij van God hebt ontvangen.

Gij zijt niet van uzelf.

Gij zijt gekocht en de prijs is betaald.

Eert dan God met uw lichaam.

 

Boek der Waarheid: "Jullie moeten oprecht berouw tonen en nu te biechten gaan. Als jullie niet te biechten kunnen gaan, bid dan Mijn kruistochtgebed voor een volle aflaat voor absolutie gedurende een periode van zeven opeenvolgende dagen:

O Mijn Jezus, U bent het licht van de wereld. U bent de vlam die alle zielen raakt. Uw barmhartigheid en liefde kennen geen grenzen. Wij zijn het offer, dat U gebracht hebt door Uw kruisdood, niet waardig. Toch weten wij dat Uw liefde voor ons groter is dan de liefde die wij voor U bezitten. Verleen ons, O Heer, de gave van nederigheid opdat wij Uw Nieuw Koninkrijk verdienen. Vervul ons met de Heilige Geest zodat we kunnen oprukken en leid Uw strijdmacht om de waarheid van Uw heilig woord te verkondigen en onze broeders en zusters voor te bereiden op de glorie van Uw Tweede Komst op aarde. Wij vereren U. Wij loven U. Wij bieden onszelf, onze zorgen, ons lijden aan als een geschenk voor U om zielen te redden. Wij houden van U, Jezus. Ontferm U over al Uw kinderen, waar ze ook zijn. Amen."

Ontucht, pornografie en prostitutie zijn allemaal doodzonden:

https://jezustotdemensheid.wordpress.com/2022/02/04/ontucht-pornografie-en-prostitutie-zijn-allemaal-doodzonden-2/

 

Driekoningen

 

Mt. 2, 1-12

Toen Jezus te Betlehem in Juda geboren was,

ten tijde van koning Herodes,

kwamen er te Jeruzalem Wijzen uit het oosten en vroegen:

“Waar is de pasgeboren koning der Joden?

Want wij hebben zijn ster in het oosten gezien

en zijn gekomen om Hem onze hulde te brengen.”

Toen koning Herodes dit hoorde werd hij verontrust en heel Jeruzalem met hem.

Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk bijeen

en legde hun de vraag voor

waar de Christus moest geboren worden.

Zij antwoordden hem:

“Te Betlehem in Juda.

Zo immers staat er geschreven bij de profeet:

En gij Betlehem, landstreek van Juda,

gij zijt volstrekt niet de geringste onder de leiders van Juda,

want uit u zal een leidsman te voorschijn treden,

die herder zal zijn over mijn volk Israël.”

Toen ontbood Herodes in het geheim de Wijzen

en hij vroeg hun nauwkeurig naar de tijd

waarop de ster verschenen was.

Daarop zond hij hen naar Betlehem met de opdracht:

“Gaat een zorgvuldig onderzoek instellen naar het Kind,

en wanneer gij het gevonden hebt, bericht het mij dan,

opdat ook ik het hulde kan gaan brengen.”

Na de koning aanhoord te hebben vertrokken zij.

En zie, de ster die zij in het oosten gezien hadden, ging voor hen uit

totdat ze boven de plaats waar het Kind zich bevond

stil bleef staan.

Op het zien van de ster werden zij vervuld van overgrote vreugde.

Zij gingen het huis binnen,

zagen er het Kind met zijn moeder Maria

en op hun knieën neervallend betuigden zij het hun hulde.

Zij haalden hun schatten te voorschijn

en boden het geschenken aan:

goud, wierook en mirre.

En in een droom van Godswege gewaarschuwd

niet meer naar Herodes terug te keren,

vertrokken zij langs een andere weg naar hun land.

 

Uit Jezus Spreekt:

Breng Mij, het Christuskind, je gaven, en wel je gaven van de grootste wijze der aarde:

Goud - uw geld.

Wierook - de aanbidding van een leven, dat aan Mij is toegewijd.

Mirre - dat je wilt delen in Mijn smarten en in die van de wereld.

 

de wereld en de dingen van de wereld

Joh 2
Verliest uw hart niet aan de wereld
of aan de dingen in de wereld!
Als iemand de wereld liefheeft
is de liefde van de Vader niet in hem.
Want al wat in de wereld is
– het begeren van de lust
en het begeren der ogen
en de hovaardij van het geld –
het komt niet van de Vader,
maar van de wereld.
En die wereld gaat voorbij
met heel haar begeerlijkheid,
maar wie de wil doet van God
blijft in eeuwigheid.
 

Kerstmis

 
Lc 1
De engel zei tot haar:
“Vrees niet Maria, want gij hebt genade gevonden bij God.
Zie, gij zult zwanger worden en een zoon ter wereld brengen
en gij moet Hem de naam Jezus geven.
Hij zal groot zijn
en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden.
God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David schenken
en Hij zal in eeuwigheid koning zijn over het huis van Jakob
en aan zijn koningschap zal nooit een einde komen.”
 
Lc 1
In die dagen reisde Maria met spoed naar het bergland,
naar een stad in Juda.
Zij ging het huis van Zacharias binnen en groette Elisabeth.
Zodra Elisabeth de groet van Maria hoorde,
sprong het kind op in haar schoot.
Elisabeth werd vervuld met de heilige Geest
en riep met luide stem uit:
“Gij zijt gezegend onder de vrouwen
en gezegend is de vrucht van uw schoot.
Waaraan heb ik het te danken
dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt?
Zie, zodra de klank van uw groet mijn oor bereikte,
sprong het kind van vreugde op in mijn schoot.
Zalig zij, die geloofd heeft, dat tot vervulling zal komen,
wat haar vanwege de Heer gezegd is.”
 
Lc 1
Bij haar bezoek aan Elisabeth sprak Maria:
“Mijn hart prijst hoog de Heer.
Van vreugde juicht mijn geest om God, mijn redder
daar Hij welwillend neerzag op de kleinheid zijner dienstmaagd.
En zie, van heden af prijst elk geslacht mij zalig,
omdat Hij die machtig is aan mij zijn wonderwerken deed,
en heilig is zijn Naam.
Barmhartig is Hij, van geslacht tot geslacht
voor hen die Hem vrezen.
Hij toont de kracht van zijn arm;
slaat trotsen van hart uiteen.
Heersers ontneemt Hij hun troon,
maar Hij verheft de geringen.
Die hongeren overlaadt Hij met gaven,
en rijken zendt Hij heen met lege handen.
Zijn dienaar Israël heeft Hij zich aangetrokken,
gedachtig zijn barmhartigheid voor eeuwig
jegens Abraham en zijn geslacht,
gelijk Hij had gezegd tot onze Vaderen.”
 
Lc 1
Toen Elisabeth zes maanden zwanger was,
werd de engel Gabriël van Godswege gezonden
naar een stad in Galilea, Nazaret,
tot een maagd, die verloofd was met een man die Jozef heette,
uit het huis van David;
de naam van de maagd was Maria.
Hij trad bij haar binnen en sprak:
“Verheug u, de Heer is met u.”
Zij schrok van dat woord
en vroeg zich af wat die groet toch wel kon betekenen.
Maar de engel zei tot haar:
“Vrees niet Maria, want gij hebt genade gevonden bij God.
Zie, gij zult zwanger worden en een Zoon ter wereld brengen
en gij moet Hem de naam Jezus geven.
Hij zal groot zijn
en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden.
God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David schenken
en Hij zal in eeuwigheid koning zijn over het huis van Jakob
en aan zijn koningschap zal nooit een einde komen.”
Maria echter sprak tot de engel:
“Hoe zal dit geschieden daar ik geen man beken?”
Hierop gaf de engel haar ten antwoord:
“De heilige Geest zal over u komen
en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen;
daarom ook zal wat ter wereld wordt gebracht
heilig genoemd worden, Zoon van God.
Weet dat zelfs Elisabeth, uw bloedverwante,
in haar ouderdom een zoon heeft ontvangen
en, ofschoon zij onvruchtbaar heette,
is zij nu in haar zesde maand;
want voor God is niets onmogelijk.”
Nu zei Maria:
“Zie de dienstmaagd des Heren;
mij geschiede naar uw woord.”
En de engel ging van haar heen.
 
Lc 2
Opeens voegde zich bij de engel een hemelse heerschare;
zij verheerlijkten God met de woorden:
“Eer aan God in den hoge
en op aarde vrede onder de mensen
in wie Hij welbehagen heeft.”
 
ZALIG KERST!
 

Israël

 
2 Sam. 7, 1-5, 8b-11, 16
Toen Koning David zijn intrek had genomen in zijn paleis
en de Heer gezorgd had,
dat al zijn vijanden, in heel de omtrek, hem met rust lieten,
zei hij tegen de profeet Natan:
“Nu moet u eens zien!
Zelf woon ik in een paleis van cederhout
en de ark van God staat onder tentdoek!”
Natan zei tot de koning:
“Doe gerust wat u van plan bent;
de Heer staat u bij.”
Maar diezelfde nacht nog
werd het woord van de Heer gericht tot Natan:
“Zeg aan mijn dienaar David:
Zo spreekt de Heer:
Gij wilt voor mij een huis bouwen en mij daarin
laten wonen?
Zo spreekt de Heer,
Heer van de hemelse machten:
Ik heb u uit de steppe gehaald, achter de schapen vandaan
om vorst te zijn over mijn volk Israël.
Op al uw tochten heb ik u bijgestaan,
al uw vijanden heb ik vernietigd,
uw naam heb ik groot gemaakt als die van de groten der aarde.
Ik heb mijn volk Israël een gebied gegeven
en het daar geplant om er te wonen.
Het wordt niet meer opgeschrikt en door geen
boosdoeners verdrukt
zoals vroeger,
in de tijd
dat ik over Israël, mijn volk, rechters had aangesteld.
Ik heb gezorgd dat al uw vijanden u met rust laten.
De Heer kondigt u aan,
dat Hij voor u een huis zal oprichten.
Zo zal uw huis en uw koninklijke macht altijd stand houden;
uw troon staat vast voor eeuwig.”
 
Ps 89
Ik heb met David een verbond gesloten,
mijn uitverkoren dienaar met een eed beloofd:
Ik zal uw nageslacht in stand houden voor eeuwig,
in alle tijden blijft uw troon bestaan.
Hij zal mij aanroepen; Gij zijt mijn Vader,
mijn God, de steenrots van mijn heil.
Voor altijd kan hij rekenen op mijn genade,
voor immer blijft mijn bond met hem van kracht.
 
Jes 9
Want een Kind is ons geboren,
een Zoon werd ons geschonken;
Hem wordt de macht op de schouders gelegd
en men noemt Hem:
Wonderbare Raadsman,
Goddelijke Held,
Eeuwige Vader,
Vredevorst.
Een grote macht en een onbeperkte welvaart
zullen toevallen aan Davids troon
en aan zijn koninkrijk,
zodat het gegrondvest zal zijn
en stevig gebouwd op recht en gerechtigheid
van nu af tot in eeuwigheid.
De ijver van de Heer der hemelse machten brengt het tot stand.
 
Bedenking:
 
'Ik heb mijn volk Israël een gebied gegeven
en het daar geplant om er te wonen.'
Dit zijn de woorden in Sam.2 die God heeft gesproken tot de profeet Natan om deze door te geven aan koning David. 
Gods Heilige Wil is duidelijk: Hij gaf Zijn volk Israël een gebied op aarde waar Hij het Joodse volk plante om er te wonen.
 
'Ik heb met David een verbond gesloten.
Ik zal uw nageslacht in stand houden voor eeuwig,
in alle tijden blijft uw troon bestaan.
Voor altijd kan hij rekenen op mijn genade,
voor immer blijft mijn bond met hem van kracht.'
In Ps.89 zien we dat God met koning David een verbond heeft gesloten, zijn nageslacht zal voor eeuwig in stand worden gehouden, zijn koninklijke troon zal in alle tijden blijven bestaan, voor immer blijft het verbond tussen God en David van kracht.
Het Joodse nageslacht van koning David, waar Jezus van afstamt, heeft een eeuwig verbond met God.
 
'Een grote macht en een onbeperkte welvaart
zullen toevallen aan Davids troon
en aan zijn koninkrijk,
zodat het gegrondvest zal zijn
en stevig gebouwd op recht en gerechtigheid
van nu af tot in eeuwigheid.'
In Jes.9 wordt tot in eeuwigheid Gods Zegen aan Davids troon en zijn koninkrijk nogmaals bevestigd.
 
Wij kunnen er niet omheen: Israël is het gebied dat God aan de Joden gaf om er te wonen. God heeft een eeuwig verbond met Davids nageslacht, de Joden. Gods Zegen aan Davids troon en koninkrijk is eeuwig.
 
Wij moeten de Wil van God en Zijn verbond met de Joden onder ogen zien en aanvaarden dat Israël het land is dat aan de Joden toebehoort. Andere, niet-Joodse volkeren uit de omringende landen die zich daar kwamen vestigen, horen daar niet thuis.  
 
In Math 25 noemt Jezus de 'bokken' de 'vervloekten'. Dat zijn diegenen die de geringsten, de allerarmsten, hongerig of dorstig of als vreemdeling of naakt of ziek of in de gevangenis hebben gezien maar voor hen niet hebben gezorgd. Let er op dat er telkens 'of' staat geschreven en niet 'en'. 
Jezus zegt dat je zorg voor die geringsten hetzelfde is als de zorg voor Hem. Al wie de geringsten niet verzorgt zal in de hel worden geworpen. 
Ik denk dat wij dan bijna allemaal in de hel zullen worden geworpen, behalve de mensen die beroepsmatig werken in de medische zorg, in de gevangenissen, de medewerkers van de poverello-achtige tehuizen, de ocmw-medewerkers die de vreemdelingen opvangen, de kolonisten die destijds de naakten kleren gaven. Er zijn wellicht enkele uitzonderingsgevallen die dit als vrijwilliger doen. Al de rest van ons noemt Jezus de 'vervloekten', de 'bokken' die naar de hel zullen gaan. Want wie van ons gaat regelmatig als vrijwilliger zieken, hongerigen, dorstigen, vreemdelingen, naakten of gevangenen bezoeken en helpen? Wie?

Mijn juk is zacht en mijn last is licht - een zalige Advent gewenst

Mt. 11, 28-30

'In die tijd nam Jezus het woord en sprak:

Komt allen tot Mij, die uitgeput zijt en onder lasten gebukt,

en Ik zal u rust en verlichting schenken.

Neemt mijn juk op uw schouders en leert van Mij:

Ik ben zachtmoedig en nederig van hart;

en gij zult rust vinden voor uw zielen,

want mijn juk is zacht en mijn last is licht.'

Laat de H.Geest je leiden in deze zalige Advent. Een stille tijd met korte dagen, waarin dankbaar tijd kan gemaakt worden voor gebed en Bijbellezing.

 

Het BEEST MET DE TIEN HORENS

Schriftlezing Dan. 7, 2-14

In die dagen sprak Daniël: “In mijn nachtelijk visioen zag ik dat de vier winden des hemels de grote zee in beroering brachten en vier grote dieren er uit opstegen. Het eerste geleek op een leeuw, maar had arendsvleugels. Ik zag dat zijn vleugels werden uitgerukt, waarna het van de aarde werd opgericht en als een mens op twee voeten gezet en een mensenhart kreeg. Toen kwam een ander dier, het tweede, dat op een beer geleek; het richtte zich aan een zijde op en hield tussen de tanden in zijn muil drie ribben. Men zei tegen het dier: Op! Vreet veel vlees! Vervolgens zag ik nog een ander dier, dat geleek op een luipaard; het had vier vogelvleugels op zijn rug en het had vier koppen. Heerschappij werd het gegeven. Tenslotte zag ik in mijn nachtelijk visioen een vierde dier; het was schrikwekkend, vreesaanjagend en geweldig sterk; het had grote ijzeren tanden, waarmee het vrat en vermaalde, en wat het overliet vertrapte het met zijn poten. Het verschilde van alle overige dieren en het had tien horens. Terwijl ik naar die horens keek, zag ik hoe tussen die horens er een elfde, een kleine horen, opschoot en hoe er drie werden uitgerukt om voor de kleine hoorn plaats te maken. Die horen had mensenogen en een mond vol grootspraak.

En terwijl ik bleef toekijken zag ik dat er tronen werden geplaatst en een Hoogbejaarde zich neerzette; zijn gewaad was wit als sneeuw en zijn hoofdhaar blank als wol. Zijn troon bestond uit vlammen, de wielen ervan uit laaiend vuur. Een stroom van vuur welde op en vloeide voor Hem uit. Duizend maal duizenden dienden Hem en tienduizend maal tienduizenden stonden vóór Hem. Het gerechtshof zette zich neer en de boeken werden geopend. Toen zag ik dat het vierde beest vanwege de grootspraak van de horen gedood werd, en zijn kadaver aan het vuur werd prijsgegeven en zo vernietigd werd. Ook de overige dieren werden beroofd van hun macht, maar ze werden voor een korte tijd in leven gelaten. In mijn nachtelijk visioen zag ik toen met de wolken des hemels iemand aankomen die op een Mensenzoon geleek. Hij ging naar de Hoogbejaarde en werd voor Hem geleid. Toen werd Hem heerschappij gegeven, luister en koninklijke macht; alle volken, stammen en talen brachten Hem hun hulde. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij die nooit vergaat, zijn koninkrijk gaat nooit te gronde.”

Schriftlezing Dan. 7, 15-27

In die dagen sprak Daniël: “Bij het visioen dat ik zag, verkeerde ik inwendig in verwarring en de beelden die door mijn hoofd gingen, verontrustten mij. Ik trad op een der aanwezigen toe en vroeg hem naar de juiste betekenis van dat alles. Hij gaf mij de volgende verklaring. De vier grote dieren zijn vier koningen die op aarde zullen regeren; daarna zullen de heiligen van de Allerhoogste het koningschap ontvangen en ze zullen het voor altijd, van eeuwigheid tot eeuwigheid bezitten. Toen wilde ik de betekenis weten van het vierde beest, dat van alle andere verschilde, buitengewoon vreeswekkend was, tanden van ijzer had en klauwen van brons, dat vrat en vermaalde, en wat het overliet met zijn poten vertrapte; en wat de tien horens op zijn kop beduidden en de elfde, die opschoot en waarvoor er drie uitvielen; die horen had ogen en een mond vol grootspraak en zag er groter uit dan de andere. In mijn visioen zag ik dat die horen strijd voerde met de heiligen en hen overweldigde, totdat de Hoogbejaarde kwam en recht verschaft werd aan de heiligen van de Allerhoogste en de tijd aanbrak dat de heiligen het koningschap in bezit namen.

Toen zei mij iemand het volgende: Het vierde beest is een vierde koninkrijk, dat op aarde zal bestaan; het zal van alle andere rijken verschillen; heel de aarde zal het verslinden, vertrappen en verpletteren. Die tien horens zijn tien koningen, die uit dat rijk zullen voortkomen en na hen komt er nog een elfde, die van de vorigen zal verschillen en drie koningen ten val zal brengen. Hij zal zich tegen de Allerhoogste richten, de heiligen van de Allerhoogste mishandelen en er op uit zijn feesttijden en wet te veranderen. En de heiligen van de Allerhoogste zullen aan zijn macht zijn overgeleverd. Het gerechtshof zal plaats nemen en men zal hem de heerschappij ontnemen en hem voor goed te gronde richten en vernietigen. Dan zal het koningschap, de heerschappij en de luister van al de rijken onder de hemel gegeven worden aan het volk van de heiligen van de Allerhoogste. Zijn koningschap is een eeuwig koningschap en alle machten zullen Hem dienen en gehoorzamen.” 

Wat zegt het Boek der Waarheid over het BEEST MET DE TIEN HORENS?

1.       Boek der Waarheid - Boodschap van 19/2/2012

Het BEEST MET DE TIEN HORENS is de Europese Unie, dat in het Boek der Openbaring als Babylon vermeld wordt. Babylon zal vallen en gedomineerd worden door de grote Rode Draak, China en zijn geallieerde de Beer, Rusland. Wanneer dat gebeurt, zal het communisme regeren en wee diegenen die openlijk hun geloof in hun tegenwoordigheid zullen belijden. Alle religies zullen verboden worden, maar de Christenen zullen de grootste vervolging kennen. Rooms Katholieken zullen helemaal niet getolereerd worden en zij zullen in het geheim missen moeten opdragen.

2.       Boek der Waarheid - Boodschap van 16 mei 2012

China en Rusland zullen een bedreiging vormen voor het BEEST MET DE TIEN HORENS, Europa, en zullen het overwinnen om het communisme in te voeren. De ‘Rode Draak’, China, heeft reeds een stevige voet in de wereld door hun controle over de wereldfinancies. De Rode Draak en ‘De Beer’ die Rusland is, houden niet van God. Zij worden geleid door de Antichrist die uit het Oosten komt en zich verbergt achter gesloten deuren.

3.       Boek der Waarheid - Boodschap van 30 november 2012

Het BEEST MET DE TIEN HORENS, dat is de Europese Unie, zal alle sporen van God vernietigen. Nu is het de tijd om zich voor te bereiden op hun wreedheden, die zonder voorgaande zullen zijn, waar het erop aan komt het Christendom af te schaffen. Indien jullie je zouden schikken naar de nieuwe wetten van Rome, een stad, die in bezit genomen zal zijn van een leugenaar en dienaar van de Antichrist, zullen jullie gevangenen worden van dit nieuwe regime. Wanneer jullie zien dat het Sacrament van de Heilige Eucharistie wordt gewijzigd en onherkenbaar veranderd, weet dat dit jullie kans zal zijn om jullie af te keren van dit boosaardig regime. Mijn Kerk is onfeilbaar. Zij zal onfeilbaar blijven. Indien anderen echter binnen Mijn Kerk rebelleren tegen Mijn Leer en de Heilige Sacramenten veranderen, dan zullen zij uit Mijn Kerk geworpen worden. Het nieuwe regime, dat niet van God is, zal feilbaar zijn omdat het niet de Waarheid zal vertegenwoordigen. Christenen kunnen alleen Mijn Leer aanhangen. Indien jullie een door de mens gemaakte religie volgen, kunnen jullie jezelf geen Christen noemen.

4.       Boek der Waarheid - Boodschap van 29 mei 2013

Er bestaat een plan, Mijn dochter, bij een groepering om de groei van de wereldbevolking te vernietigen. En dat gebeurt door het verschrikkelijk kwaad dat teweeggebracht wordt door abortus. De toename van abortus en de snelle introductie ervan over de hele wereld is niet toevallig. Het wordt over alle landen verspreid. Die naties die bezwaar maken tegen abortus zullen door het BEEST MET DE TIEN HORENS aan de kant geschoven worden en gedwongen om deze gruwel in te voeren.

Door Mijn Hand zal Ik een strenge straf laten neerkomen over de naties die abortus hebben ingevoerd. Jullie zullen dat zien gebeuren van zodra zulke wetten geïntroduceerd worden en door de straf die Ik zal toebrengen. Jullie zullen weten dat het Mijn Hand is, die zal neergekomen zijn op dergelijke verdorvenheid. Diegenen onder jullie die menen het recht te hebben om het leven te nemen, weet dat dit recht niet bestaat. Neem een leven en jullie zullen geen leven hebben. Geen Eeuwig Leven zal jullie deel zijn, indien jullie deelnemen aan gelijk welke handeling, die zo’n goddeloze wetten in het bestaan roept. Dezelfde straf zal neerkomen op diegenen die euthanasie durven rechtvaardigen.

5.       Boek der Waarheid - Boodschap van 15 juni 2013

Het BEEST MET DE TIEN HORENS is Europa en in Rome zal er een leger tegen Mij opstaan. Zij zullen, eens te meer, verantwoordelijk zijn voor de kruisiging voorafgaand aan de Grote Dag. Zij zullen de laatste belediging voortbrengen, wanneer zij Mijn Mystiek Lichaam op Aarde zullen kruisigen en vernietigen. Mijn Lichaam is Mijn Kerk. Diegenen die scheiden van Mijn Lichaam, door ervoor te kiezen om een nieuwe leer te volgen, zullen Mij verraden en toch zullen zij het lef hebben op te staan en te zeggen dat zij van Mij komen. Op die dag wanneer de Nieuwe Een Wereldreligie bekend gemaakt wordt, die zal goedgekeurd worden door afdelingen binnen de Katholieke Kerk, zoals voorzegd, zal de hemel verduisteren en een grote donder zal op de Aarde neerkomen. Het zal zijn zoals het was op de seconde dat Ik Mijn laatste adem uitblies op het Kruis, toen de Toorn van Mijn Vader op de heuvel van de Calvarieberg neerkwam. Wanneer dat gebeurt en het teken dat Mijn Ene Ware Kerk werd weggenomen en een valse heidense gruwel ervoor in de plaats gekomen is, moeten jullie het volgende weten. Dat is het moment dat de kastijdingen overal op het menselijk ras zullen neerkomen.

 

DE BOKKEN EN DE SCHAPEN

Math 25, 31-46
In Math 25 noemt Jezus de 'bokken' de 'vervloekten'. Dat zijn diegenen die de geringsten, de allerarmsten, hongerig of dorstig of als vreemdeling of naakt of ziek of in de gevangenis, hebben gezien maar voor hen niet hebben gezorgd. Let er op dat er telkens 'of' staat geschreven en niet 'en'. 
Jezus zegt dat je zorg voor die geringsten hetzelfde is als de zorg voor Hem. Al wie de geringsten niet verzorgt zal in de hel worden geworpen. 
Het ziet er naar uit dat wij dan bijna allemaal in de hel zullen worden geworpen, behalve de mensen die beroepsmatig werken in de medische zorg, in de gevangenissen, de medewerkers van de voedselverdelingshuizen, de opvangdiensten voor de vreemdelingen, de kolonisten die destijds de naakten kleren gaven. Er is daarnaast een kleine groep mensen die dit als vrijwilliger doen. Al de rest van ons noemt Jezus de 'vervloekten', de 'bokken' die naar de hel zullen gaan.
 
Bedenking:
 
Wie van ons gaat regelmatig als vrijwilliger zieken, hongerigen, dorstigen, vreemdelingen, naakten of gevangenen bezoeken en helpen? Wie?
Er staat telkens 'of' geschreven en niet 'en'. Dus een arts die zich bezig houdt met zieken helpen genezen zit goed, hij heeft zijn hemel daarmee verdient zou je denken. Hij hoeft dan niet meer gevangenen te bezoeken of hongerigen te eten geven. MAAR een arts die God en Zijn Wil en het Koningschap van Jezus verwerpt of geldzuchtig is of hoereert of zich bezig houdt met drugs of porno, kortom die zondig leeft, heeft erg veel kans om toch terecht te komen in de hel, ondanks zijn zorg voor de zieken.
 
Wie zal er dan uiteindelijk nog ooit in de hemel of het Duizendjarig Rijk binnen geraken?

 

© 2013 Alle rechten voorbehouden.

Maak een gratis websiteWebnode