OLV van Fatima

 

DEEL 1

De engel

In het voorjaar van 1916 verscheen (volgens de overlevering) een engel aan drie herdertjes: Lucia, haar neefje Françesco en zijn zusje Jacinta. De engel had het uiterlijk van een jongen van 14-15 jaar badend in stralend licht. Hij zei de kinderen dat zij niet bevreesd moesten zijn: 'Wees maar niet bang! Ik ben de Engel van de Vrede! Bid met mij mee'. Tijdens de eerste verschijning in voorjaar 1916 zegt de engel: “Wees niet bang, ik ben de engel van de Vrede. Bid met mij.” De engel knielt diep, het hoofd tot op de grond en bidt drie maal: “Mijn God ik geloof in U, ik aanbid U, ik hoop op U en ik bemin U. Ik vraag U vergiffenis voor hen die niet in U geloven, U niet aanbidden, niet op U hopen en U niet beminnen.” De engel zei: “Bidt aldus. De Harten van Jezus en Maria luisteren naar de stem van jullie gebeden.”

Er volgde een tweede verschijning van de engel een paar maanden later in de zomer van 1916. Weer baden ze samen en hij vroeg de kinderen offers te brengen. Tijdens de tweede verschijning in de zomer van 1916 zegt de engel: “Wat doen jullie? Jullie moeten bidden, veel bidden. De Harten van Jezus en Maria hebben plannen van barmhartigheid met jullie. Bied voortdurend gebeden en offers aan ter ere van de Allerhoogste. Maak van alles wat je kunt een offer van  eerherstel voor de zonden waardoor Hij beledigd wordt en voor de bekering van de zondaars. Verkrijg zo de vrede over jullie vaderland. Ik ben de Engelbewaarder van jullie vaderland, de Engel van Portugal. Aanvaard en verdraag nederig het lijden dat de Heer jullie sturen zal.“

Bij de derde verschijning in het najaar had de engel een kelk bij zich waarboven een hostie zweefde; enkele druppels Bloed vielen in de kelk. Zij leerden een nieuw gebed en hij gaf de hostie aan Lucia en liet Françesco en Jacinta uit de kelk drinken. Hij zei daarbij het volgende: 'Neem en drink van het Lichaam en Bloed van Jezus Christus, verontwaardigd door ondankbare mensen. Geef eerherstel aan God voor hun misdaden, en vraag om verzoening met God.' Hij knielde en herhaalde met de kinderen nog driemaal: 'Allerheiligste Drieënheid, Vader, Zoon en Heilige Geest, ik offer U op het kostbaar Lichaam en Bloed, Ziel en Godheid van Jezus Christus onze Heer, vertegenwoordigd in alle heilige tabernakels van de wereld, tot eerherstel van alle beledigingen, heiligschennissen en onverschilligheden waardoor Hij beledigd wordt. Door de oneindige verdiensten van het Heilig Hart van Jezus en het Onbevlekte Hart van Maria, bid ik om de bekering van onze zondaars.' Daarna verdween de engel.

Tijdens de derde verschijning in najaar 1916 boog de engel zich tot op de grond en herhaalde drie maal dit gebed: “Allerheiligste Drie-eenheid, Vader, Zoon en Heilige Geest, ik aanbid U met de grootste eerbied en offer U op: het aller kostbaarste Lichaam en Bloed, de Ziel en de Godheid van Jezus Christus, aanwezig in alle tabernakels op aarde, tot eerherstel van de beledigingen, heiligschennissen en onverschilligheid waarmee Hij wordt beledigd. Door de oneindige verdiensten van Zijn allerheiligste Hart en van het onbevlekte hart van Maria bid ik U om de bekering van de arme zondaars.” De Engel sprak: “Neemt en drinkt het Lichaam en het Bloed van Jezus Christus, vreselijk beledigd door de ondankbare mensen. Biedt eerherstel voor hun misdaden en troost uw God.”

De drie herderskinderen van Fatima: Lucia, Francisco en Jacintha


Verschijningen van OLV aan de drie herderskinderen

Met Onze-Lieve-Vrouw van Fátima wordt Maria aangeduid die tussen mei en oktober 1917 zes keer verschenen zou zijn aan de drie herderskinderen (zuster) Lucia, Franscesco en Jacintha nabij het stadje Fatima in Portugal.

De verschijningen van OLV werden vooraf gegaan door drie bezoeken van een engel. Op 13 mei 1917 zou OLV voor de eerste keer aan de kinderen verschenen zijn en beloofd hebben elke maand opnieuw op de dertiende te zullen verschijnen. OLV riep de kinderen op om:

  1. boete te doen en offers te brengen met het doel lijdende zielen uit het vagevuur te helpen
  2. en te bidden
    1. voor de bekering van zondaars, opdat die niet naar de hel zouden gaan.
    2. Maria droeg hen op iedere dag de Rozenkrans te bidden voor de vrede.

Maria vraagt aan de herderskinderen: ‘Bid, bid veel en breng offers voor de zondaars. Zoveel zielen eindigen in de hel omdat niemand voor hen bidt en offers brengt.” Deze oproep is aan ieder van ons gericht.

Op 20 april 1943 maakt zuster Lucia aan de Bisschop van Leiria duidelijk welke boetedoening  God van zijn kinderen verlangt: ‘Het doet de goede God verdriet als Hij ziet dat zo weinig zielen in staat van genade leven en bereid zijn zich de nodige ontzeggingen op te leggen om zo Zijn wet te vervullen. Boete is wat Hij juist nú wil; het is het offer dat ieder moet dragen om een vroom leven te leiden dat in overeenstemming is met Zijn wet. Als versterving wil God slechts dat we eenvoudig en eerlijk onze dagelijkse taken volbrengen en onze zorgen en lasten aanvaarden. Hij wenst dat deze weg duidelijk aan de zielen wordt getoond, want velen verbeelden zich dat boetedoening zware lasten zijn, en omdat ze niet de kracht of de edelmoedigheid bezitten deze op zich te nemen, zijn ze licht ontmoedigd en vervallen aldus in een leven van onverschilligheid en zonde.’

 
 

DEEL 2

Eerste verschijning van OLV

In de lente van het jaar daarop, op 13 mei 1917, zou in Fátima, Portugal, een hemelse vrouw aan deze drie herderskinderen verschenen zijn. Na de heilige mis waren de kinderen met hun kleine kudde een heuvel opgeklauterd aan de Cova da Iria, de vallei van Irene geheten. Tegen de middag scheen er onweer aan te komen waarop ze de dieren bijeendreven en de heuvel afdaalden. Ze zagen een bliksemschicht en vervolgens in een fel licht een vrouw, geheel in het wit, boven een jonge eik. Ze stond met de voeten op een wolk op de kruin van het eikenboompje, omstraald door een aureool van licht. Eerst wilden de kinderen vluchten, maar toen zei de vrouw: ‘Wees niet bang. Ik doe je geen kwaad.’ Lucia vroeg haar: ‘Waar komt u vandaan, mevrouw?’
Zij antwoordde; ‘Ik kom uit de Hemel.’
‘En wat komt u doen?’ vroeg Lucia weer.
‘Ik zal elke maand op de 13e terugkomen. In oktober zal ik zeggen wie ik ben en wat ik verlang.’
De vrouw vroeg hun of ze de komende zes maanden, elke keer op de dertiende daar aanwezig wilden zijn, op dezelfde tijd.
Vervolgens vroeg de vrouw of de kinderen wilden offeren aan God en of ze bereid waren om te lijden: ‘Wil je pijn verduren voor de bekering van de zondaars om goed te maken wat Onze-Lieve-Heer en het onbevlekt Hart van OLV allemaal wordt aangedaan?’
De kinderen zeiden dat ze daartoe bereid waren.
‘Dan zul je nog heel wat pijn te doorstaan hebben,’ zegt de Verschijning. ‘Maar de genade Gods zal jullie bijstaan.’

Bij het afscheid zei ze:
‘Bid elke dag een Rozenhoedje voor het herstel van de wereldvrede en de bekering van de zondaars.’ (in 1917 was het de Eerste Wereldoorlog)

 

Tweede verschijning van OLV

Hoewel de kinderen onderling hadden afgesproken om niets te zeggen, kon Jacinta het niet laten om het toch aan haar moeder te vertellen. Het gerucht van de verschijning in mei verspreidde zich dan ook snel door het dorp. Toen de kinderen in de voormiddag op 13 juni zoals beloofd terugkeerden bij La Cova, waren er zo’n zestig mensen uit het dorp samengestroomd op het veld waar de verschijning plaats zou vinden. Op het ogenblik dat de drie kinderen om twaalf uur neerknielden om zoals gebruikelijk op die tijd de Rozenkrans te bidden, zag Lucia bij het tweede Rozenhoedje een lichtflits en stond daar plotseling de Verschijning op dezelfde plaats.
De aanwezigen hoorden een donderslag en zagen de takken van het eikenboompje bewegen. Lucia sprak ongeveer tien minuten met de Verschijning. Deze drukte de kinderen weer op het hart elke dag het Rozenhoedje te bidden. Op de vraag van Lucia of de vrouw hen kon meenemen naar de Hemel, antwoordde ze: ‘Jacinta en Françesco zal ik spoedig meenemen. Maar jij moet langer hier beneden blijven. Jezus wil Zich van jou bedienen zodat mensen mij kennen en beminnen. Hij wil in de wereld de devotie vestigen tot mijn Onbevlekte Hart.’ Droevig vroeg Lucia of ze dan alleen achterbleef. ‘Nee, mijn dochter, ik zal je nooit verlaten. Mijn Onbevlekte Hart zal jouw toevlucht zijn en zal je naar God leiden.’ Volgens Lucia opende de Heilige Maagd haar hand en liet een hart zien dat omcirkeld en doorstoken was met doornen.
De omstanders zagen hoe de kinderen reageerden, maar de Verschijning zelf namen ze niet waar, aldus getuigenverklaringen.

 

Derde verschijning van Maria

De herdertjes kregen hierna wat minder tegenstand van hun familie maar men was nog steeds sceptisch. Gevolg was dat zich op 13 juli zo’n vier- à vijfduizend mensen verzamelden op de plek van de verschijning. De verschijning deed zich weer precies om twaalf uur voor. Deze keer vraagt OLV: ‘... vooral het Rozenhoedje te bidden om beëindiging van de oorlog te verkrijgen en voeg er extra offers aan toe uit liefde voor Jezus en mijn Onbevlekte Hart’. Ze antwoordt aan Lucia, die haar naam vraagt: ‘In oktober zal ik je zeggen wie ik ben en wat ik verlang, en ik zal een groot wonder doen, opdat de hele wereld je zal geloven. De huidige oorlog loopt ten einde. Maar als er niets gebeurt, zal er onder een volgende paus een veel ergere oorlog uitbreken… Om dat te verhinderen kom ik vragen de wereld toe te wijden aan mijn Onbevlekt Hart en elke eerste zaterdag van de maand in mijn naam een oefening van eerherstel te doen. Als men aan mijn verzoek tegemoet komt, zal Rusland zich bekeren en zal er vrede zijn. Zo niet, dan zal het zijn dwalingen over de wereld verspreiden die oorlogen en kerkvervolgingen zullen veroorzaken. Vele vrome gelovigen zullen gemarteld worden en de paus zal veel te lijden hebben. Volkeren zullen vernietigd worden. Maar uiteindelijk zal mijn Onbevlekt Hart zegevieren.’ Na deze woorden kregen de kinderen een visioen van de hel om hen te laten zien wat het lot was van zovele zondaren, die nooit aan de eeuwigheid dachten.

 

Vierde verschijning van Maria

De gebeurtenissen brachten nogal wat op gang; ook de landelijke pers schreef erover. De regionale overheden begonnen zich ermee te bemoeien, en zelfs de Kerk liet zich wantrouwend en sceptisch uit over de vermeende verschijningen aan de herdertjes. Het had echter als resultaat dat het de nieuwsgierigheid prikkelde in heel het land. Zodoende trokken er bij het verwachte bezoek op 13 augustus te Cova da Ira om en nabij de 20.000 mensen naar deze plaats. Op 13 augustus echter werden de drie kinderen door het plaatselijke hoofd van bestuur in zijn huis vastgehouden. Dit gebeurde zelfs op regeringsbevel. Het ‘Hoofd van het District’; Oliveira Santos zoals hij heette, had de kinderen bedrogen, in plaats van hen naar La Cova te brengen had hij hen meegevoerd naar Ourém, de residentie van het district, waar zijn ambtswoning zich bevond. Hij zette de drie onder druk in de hoop dat zij zichzelf of elkaar zouden tegenspreken, maar dat lukte niet. Ook lieten ze zich niet bang maken, zelfs niet onder bedreiging van lijfstraffen. Ze bleven onwrikbaar en vertelden eenvoudig telkens weer op dezelfde natuurlijke manier wat hen was overkomen, als was het de gewoonste zaak van de wereld. Ze werden zelfs naar de gevangenis gebracht en opgesloten. De kinderen knielden en baden met luide stem zodat zelfs de medegevangenen, ontroerd door dit teken van geloof met de kinderen mee begonnen te bidden. Op die 13e augustus stond er een grote menigte te wachten. Maar de kinderen kwamen niet, en ook de Verschijning bleef weg. Ze werden nogmaals verhoord op 15 augustus, echter zonder resultaat, en de onderprefect moest onder druk van verontwaardigde parochianen de kinderen laten gaan.
Zes dagen later, op 19 augustus, toen de drie alleen waren met hun kudde tussen Aljustrel en de hoogten van Cabeço, verscheen de H. Maagd weer. Zij sprak er haar teleurstelling over uit dat het de kinderen belet was op de 13e te komen. Zij herhaalde de boodschappen van de vorige ontmoetingen: ‘Bid toch, bid veel, breng offers voor de zondaars, want veel zielen gaan naar de hel omdat niemand zich voor hen opoffert of voor hen bidt.

 

Vijfde verschijning van Maria

Op 13 september waren er weer enorm veel mensen ter plaatse, hun aantal werd op 30.000 geschat en er vonden zeer merkwaardige verschijnselen aan de hemel plaats. Duizenden toeschouwers zeiden het allen gezien te hebben: Plotseling verloor de zon haar glans, de lucht kreeg een goudgloed en toen Lucia riep ‘Kijk, daar is zij!’ zag men een schitterende vurige bol van oost naar west langs de hemel zweven en bloembladeren neerdwarrelen die halverwege schenen op te lossen in de lucht. Men trachtte tevergeefs de bloembladeren op te vangen. De bol verspreidde een geweldig licht en gleed weer terug van west naar oost terwijl de kinderen werden omgeven door een witte wolk. De kinderen verklaarden later van dit alles niets gemerkt te hebben: zij zagen alleen de Verschijning. Bij die gelegenheid bracht Lucia de wens van het volk over om op die plek een kapel te bouwen. De Verschijning gaf haar toestemming en beval met nadruk het bidden van de Rozenkrans aan om het einde van de oorlog te verkrijgen.
Het verschijnsel van de vallende rozenbladeren werd bestempeld als massa-hallucinatie. Echter, op 13 mei 1918, en nog eens zes jaar later op 13 mei 1924, zou dit verschijnsel zich herhaald hebben. De viceconsul van Portugal in de Verenigde Staten, Antonio Rebello Martins, wist dit op foto vast te leggen waarbij er vlokken zijn te zien op de afdruk.

 

Zesde verschijning van Maria

Krantenpagina van Ilustração Portuguesa, 29 oktober 1917, laat foto's zien van de mensenmassa die het 'Zonnewonder' aanschouwen tijdens de laatste verschijning.

Zoals aangekondigd vond op 13 oktober de laatste verschijning plaats. Er was een grote mensenmenigte aanwezig, de schattingen liepen uiteen van 30 à 40.000 (A. de Almeido) tot minimaal 70.000 mensen. Volgens Dr. Joseph Garrett, professor natuurwetenschappen aan de Universiteit van Coimbra, die een berekening maakte liep het aantal zelfs tegen de 100.000. Het regende, het was druilerig en somber weer. De kinderen moesten zich met moeite een weg banen door de opgepakte menigte. Precies om twaalf uur liet de Verschijning zich weer aan de drie kinderen zien. Een kleine lichtwolk daalde neer op het eikenboompje. Lucia riep de mensen op het Rozenhoedje te bidden.

Op Lucia’s vraag wie zij was, antwoordde de Verschijning: ‘Ik ben Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans, en ik wil op deze plaats een kapel ter ere van mij.’
Net als de vorige keren spoorde zij aan tot het dagelijks bidden van het Rozenhoedje. Toen zei ze: ‘De mensen moeten beter gaan leven; zij moeten vergiffenis vragen voor hun zonden.’
En dan met bedroefd gezicht: 'Laten zij toch ophouden Onze-Lieve-Heer te beledigen. Hij is al veel te veel beledigd.'
De Verschijning had beloofd dat zich bij haar laatste bezoek tekenen zouden voordoen waardoor velen aan de waarheid van de verschijningen zouden gaan geloven. Aanvankelijk waren er regenwolken, maar deze leken op te lossen en de regen hield plotseling op. De zon kwam door en stond als een matzilveren schijf aan het zenit, met een schitterende corona eromheen. Hij begon te beven en te schudden, hij draaide om zijn as als een vuurrad en straalde hierbij telkens anders gekleurde lichtbundels uit, zodat het leek alsof de hele aarde achtereenvolgens in een geel, groen, rood, blauw en paars spotlicht werd gezet. Toen stond hij enige ogenblikken stil. Opeens leek het of de zon loskwam van de hemel en zich met sprongen zigzaggend naar de menigte bewoog en op de aarde zou neerkomen. Grote schrik maakte zich van de mensen meester, en zij vielen op hun knieën in de modder. Dit gebeurde drie keer achtereen. Toen de menigte tot zichzelf was gekomen en opgestaan uit de modder, bleek dat geen enkel kledingstuk vochtig was of besmeurd door het slijk.

Volgens getuigenverslagen, zoals van Avelino de Almeida, oud-seminarist van Santarém en aanwezig als verslaggever van het blad 'O Século': 'Alle aanwezigen bevestigden later zonder uitzondering dat men het echt met eigen ogen had gezien. Er waren veel gelovigen aanwezig waren, maar ook veel sceptici die juist waren gekomen omdat ze ervan overtuigd waren niets te zullen zien.' Andere berichten geven aan dat niet iedereen de zon had zien 'dansen', maar alleen de kleuren hadden gezien. Weer anderen (waaronder gelovigen) hadden niets gezien.

 

DEEL 3

Drie geheimen van Fatima 

Eerste geheim

Maria zou tijdens de verschijningen drie geheimen hebben prijsgegeven. In het eerste geheim beschreef OLV de verschrikkingen van de hel, een onblusbaar vuur waarin de zielen van de zondaars branden. Daarbij voorspelde zij het einde van de Eerste Wereldoorlog en tevens het begin van de Tweede, die volgens Lucia ingeluid werd door de buitengewone noorderlichten in 1938.

Tweede geheim

Ook deed OLV een oproep aangaande Rusland, het land dat enige maanden na de verschijningen getroffen zou worden door de Russische Revolutie. Rusland moest, in eenheid met de katholieke bisschoppen van de wereld, door de paus toegewijd worden aan het Onbevlekte Hart van Maria. In 1984 wijdde paus Johannes-Paulus II de gehele wereld aan het Onbevlekt Hart van Maria toe. Volgens critici is hiermee niet voldaan aan de wensen van de Verschijning. Nadrukkelijk vraagt Maria om de Rozenkrans te bidden.

‘Gij hebt de Hel gezien, waar de zielen van de arme zondaars naartoe gaan. Om ze te redden, wil God in de wereld de godsvrucht vestigen tot Mijn Onbevlekt Hart. Als ze doen wat Ik u zal vragen, zullen vele zielen gered worden en zal er vrede komen. De oorlog gaat eindigen, maar als ze niet ophouden God te beledigen, zal onder het pontificaat van Pius XI een andere, erger dan deze, beginnen. Als gij een nacht verlicht zult zien door een onbekend licht, weet dat dit het grote teken is dat God u geeft, dat Hij de wereld gaat straffen voor haar misdaden door middel van oorlog, hongersnood, vervolgingen van de Kerk en de H. Vader. Om dat te verhinderen, zal Ik de toewijding komen vragen van Rusland aan mijn Onbevlekt Hart en de Communie van eerherstel op de eerste zaterdag van de maand. Als ze naar mijn verlangens luisteren, zal Rusland zich bekeren en zal er vrede komen. Zo niet, zal het zijn dwalingen over de wereld verspreiden, oorlogen en Kerkvervolgingen aanstokend. De goeden zullen gemarteld worden, de H. Vader zal veel te lijden hebben, verschillende naties zullen vernietigd worden. Eindelijk zal Mijn Onbevlekt Hart triomferen. De H. Vader zal Mij Rusland toewijden, dat zich zal bekeren, en aan de wereld zal een tijd van vrede geschonken worden.’ Dit was het Tweede Geheim.

Derde geheim

Lucia ontving op 13/10/1917 het Derde Geheim tijdens de laatste verschijning van OLV te Fatima. OLV had er op aangedrongen dat het Geheim rond 1960 aan de wereld moest worden bekend gemaakt. Lucia vertrouwde het Geheim toe aan het Vaticaan. Pas in 2000 werd een gedeelte van het Derde Geheim van Fatima door de Vaticaan-woordvoerder bekendgemaakt. In het visioen figureert een in het wit geklede bisschop die wordt neergeschoten terwijl hij met het kruis tussen talloze gedode martelaren loopt. Dit visioen verklaart achteraf waarom het derde geheim een profetie was van de aanslag die Mehmet Ali Ağca, een moslim Turk en lid van de Grijze Wolven, in 1981 pleegde op paus Johannes-Paulus II. Die aanslag vond eveneens plaats op 13 mei en de paus gelooft daarom dat het aan Onze-Lieve-Vrouw van Fátima te danken was dat de kogel in zijn buik, en niet in zijn hoofd terechtgekomen was. Later werd de operatief verwijderde kogel verwerkt in de kroon van het beeld van Maria van Fátima. Overigens is het derde geheim van Fátima ook wel in verband gebracht met paus Johannes-Paulus I, met name door degenen die beweren dat de paus geen natuurlijke dood stierf maar zou zijn omgebracht.

‘Rusland zal de zweep worden van God, en op het einde zal ze zich bekeren.  Dat Amerika maar niet gelooft dat ze onkwetsbaar is. Vuur en rook zullen dan uit de hemel neervallen en het water van de oceanen zal veranderen in stoom, hun schuim spugend tot aan de hemel en alles wat staat wordt omgekeerd. En miljoenen en andere miljoenen mensen zullen hun leven verliezen op het ene uur na het andere, en diegenen die nog leven op dat moment zullen jaloers zijn op diegenen die dood zijn. Er zullen overal verdrukkingen zijn waar men kijkt, en miserie over heel de aarde en verlatenheid in alle landen.’ Dit is een deel van het Derde Geheim.

In 1994 zei OLV in Duistland: ‘Een boosaardig concilie is op komst en zal het gezicht van de Kerk veranderen. Vele zielen zullen het geloof verliezen. Overal zal verwarring heersen. De schapen zullen hun herders zoeken. Een schisma zal het kleed van mijn Zoon verscheuren. Het einde der tijden, aangekondigd in de Heilige Schrift, zal zijn aangebroken. Dit is door mij op verschillende plaatsen onder de aandacht gebracht. De ‘gruwel der verwoesting’ (Dan. 11:31) zal haar toppunt bereiken en zal de in La Salette aangekondigde kastijding over de wereld afroepen. De arm van mijn Zoon kan ik niet langer tegenhouden en zal neerkomen over deze wereld, die voor haar misdaden zal boeten. Het zal over niets anders gaan dan over oorlog en revoluties. De natuur zal worden geschokt en overal angst teweeg brengen, zelfs onder de besten en moedigsten. De Kerk zal uit al haar wonden bloeden. Zalig zij die standvastig blijven en bij mij hun toevlucht zoeken. Want uiteindelijk zal mijn Onbevlekt Hart triomferen. — Dit is het Derde Geheim van Fatima (zei de stem).’

Het niet gepubliceerde deel van het Derde Geheim gaat over de infiltratie van kwaadaardigen in de Kerk tot in de hoogste top (Vaticaan) en de geloofafval in de Kerk tot in de hoogste top (Vaticaan). Het Vaticaan heeft dat deel van het Derde Geheim nooit prijsgegeven en beperkte zich tot het woordje ‘etc.’.

Professor Ingo Dollinger onthulde op 15 mei 2016: ‘Niet lang nadat het Derde Geheim van Fatima in juni 2000 werd gepubliceerd door de Congregatie van de Geloofsleer, vertelde Kardinaal Joseph Ratzinger (de later paus Benedictus XVI) aan mij tijdens een persoonlijke onderhoud dat er nog steeds een deel van het Derde Geheim is dat ze nog niet gepubliceerd hebben.’

 

Zonnewonder

Op 13 oktober 1917 werd door een menigte van circa 70.000 belangstellenden en nieuwsgierigen een buitengewoon fenomeen waargenomen. De menigte stond verzameld rond de drie herderskinderen die een wonder voorspeld hadden. Volgens de aanwezigen, onder hen ook niet-katholieken, leek de zon plotseling, na het bidden van de Rozenkrans, op de menigte neer te storten, maar deinsde op het laatste moment terug. Deze gebeurtenis wordt het ‘Zonnewonder van Fatima’ genoemd.

Het was in 1917, aan het eind van de Eerste Wereldoorlog, dat het zonnewonder van Fatima plaatsvond. De zon draaide rond als een vlammend wiel, viel met razende snelheid naar beneden, die de menigte van angst deed gillen, en steeg toen zigzagsgewijze weer omhoog. Het had de hele nacht en die ochtend flink geregend. Op de vlakte van Fatima wachtten op 13 oktober 70.000 mensen. In de loop van de ochtend komen de drie kinderen aangelopen: Jacinta, 7 jaar, Lucia, 10 jaar, en Francesco, 9 jaar. Klokslag twaalf houdt het plotseling op met regenen. “Stil! Stil!” roept Lucia. “Onze Vrouwe komt!” “Ik ben Onze Vrouwe van de rozenkrans”, zegt de verschijning aan de kinderen. “Ik wil dat men hier een kapel bouwt ter ere van mij en dat men hier een rozenhoedje bidt en dat alle dagen blijft doen. De oorlog loopt ten einde. De soldaten zullen spoedig thuiskomen.” Toen deed zich het zonnewonder voor dat ongeveer tien minuten duurde en door iedereen werd gadegeslagen. De zon laat zich zien. Iedereen kijkt in de zon en blijft kijken, maar niemand wordt verblind, uitgezonderd twee korte pauzes waarin men zijn gezicht afwendt. De zon lijkt op een prachtig gepolijste schelp die met een lichtkrans is omgeven. Na afloop was de grond kurkdroog en de kleding van de mensen ook! Men ervaarde het ganse gebeuren als bovennatuurlijk.

 

 

Devotie van de vijf eerste zaterdagen

Toen Lucia in 1925 in Pontevedra was verscheen Maria haar op een wolk van licht met het Jezuskind aan haar zijde. Zij legde haar hand op de schouder van Lucia en hield in haar andere hand een met doornen gekroond hart. Tegelijkertijd zei het Jezuskind: 'Heb medelijden met het Hart van je Allerheiligste Moeder dat bedekt is met doornen waarmee ondankbare mensen het ieder ogenblik doorboren met godslasteringen en ondankbaarheid'. Daarna zei OLV tot Lucia: 'Zie, mijn dochter, zie mijn Hart omgeven van doornen, door de mensen onophoudelijk gekwetst. Troost jij mij tenminste en maak mijn belofte bekend: Ik zal allen die gedurende vijf maanden achtereen op de eerste zaterdag (van de maand) biechten, de H.Communie ontvangen, de Rozenkrans bidden en mij 15 minuten gezelschap houden om de 15 mysteries van de Rozenkrans te overwegen, met de bedoeling mij te troosten, in het uur van hun dood bijstaan met de nodige genaden voor de redding van hun zielen.'

Twee maanden later op 15 februari 1926 verscheen het kindje Jezus opnieuw aan Lucia en moedigde haar aan de devotie tot het Heilig Hart van OLV te verspreiden, ongeacht de moeilijkheden waarop haar biechtvader haar gewezen had. Lucia wees op de moeilijkheden die sommige mensen ondervonden om op de eerste zaterdag van de maand te biechten. Ze vroeg of men ook acht dagen voor of na de eerste zaterdag te biechten mocht gaan. Jezus zei haar toen 'Ja, de biecht mag zelfs langer geleden zijn, op voorwaarde dat als men Mij ontvangt, men in staat van genade is en men de bedoeling heeft het Onbevlekte Hart van OLV te troosten.'

 

Mysteries van de Rozenkrans

De traditionele 15 mysteries van de Rozenkrans zijn verdeeld in 3 groepen van elk 5 mysteries: de Blijde, de Droevige en de Glorievolle Mysteries. OLV vroeg Lucia aan de mensen bekend te maken de 15 mysteries van de Rozenkrans te overwegen om OLV te troosten.

  • De Blijde Mysteries: 
  1. De Aankondiging (van aartsengel Gabriël aan Maria)
  2. De Visitatie (Maria bezoekt haar nicht Elizabeth)
  3. De Geboorte van Jezus in Bethlehem
  4. De Presentatie van Jezus in de Tempel
  5. Het Terugvinden van Jezus in de Tempel (op 12 jarige leeftijd)
  • De Droeve Mysteries:
  1. Jezus bidt in doodsangst in de hof van Gethsemane
  2. Jezus wordt gegeseld
  3. Jezus wordt gekroond met doornen
  4. Jezus draagt zijn kruis naar de berg van Golgotha
  5. Jezus sterft aan het kruis
  • De Glorievolle Mysteries:
  1. De Verrijzenis van Jezus
  2. De Hemelvaart van Jezus
  3. De nederdaling van de Heilige Geest over de apostelen
  4. De Maria-Tenhemelopneming
  5. De Kroning van OLV tot Koningin van Hemel en Aarde

 

  • (De Mysteries van het Licht:)
  • Jezus wordt gedoopt in de Jordaan
  • De Openbaring van Jezus op de bruiloft van Kana
  • De Verkondiging van het Koninkrijk Gods
  • De Transfiguratie (het moment dat Jezus' gedaante veranderde)
  • De Instelling van de Eucharistie

(Paus Johannes Paulus II heeft in 2002 de Mysteries van het Licht toegevoegd.)

Zalig- en heiligverklaring  

Twee van de drie herderskinderen, broertje Francisco Marto (1908-1919) en zusje Jacinta Marto (1910-1920) overleden op jonge leeftijd aan de Spaanse griep. Paus Johannes Paulus II verklaarde hen in 2000 zalig. Op 13 mei 2017 werden ze beiden heilig verklaard.

Het derde herderskind, hun nichtje Lucia dos Santos (1907-2005), trad in 1925 binnen in een Karmelietessenklooster. Zij schreef haar herinneringen aan de verschijningen op. Lucia stierf op 13 februari 2005 op 97 jarige leeftijd.

De lichamen van Lucia, Francisco en Jacinta werden bijgezet in de Basiliek van OLV van de Rozenkrans in Fatima.

 

 

OLV van Fatima - podcast Radio Maria 

Beluister de podcast van een reportage over OLV van Fatima, heel interessant:
 
 

Fatima verschijningen van de engel

Eerste verschijning (voorjaar 1916): de engel zegt: “Wees niet bang, ik ben de engel van de Vrede. Bid met mij.” De engel knielt diep, het hoofd tot op de grond en bidt drie maal:

“Mijn God ik geloof in U, ik aanbid U, ik hoop op U en ik bemin U. Ik vraag U vergiffenis voor hen die niet in U geloven, U niet aanbidden, niet op U hopen en U niet beminnen.”

De engel zei: “Bidt aldus. De Harten van Jezus en Maria luisteren naar de stem van jullie gebeden.”
 
Tweede verschijning (zomer 1916): de engel zegt: “Wat doen jullie? Jullie moeten bidden, veel bidden. De Harten van Jezus en Maria hebben plannen van barmhartigheid met jullie. Bied voortdurend gebeden en offers aan ter ere van de Allerhoogste. Maak van alles wat je kunt een offer van  eerherstel voor de zonden waardoor Hij beledigd wordt en voor de bekering van de zondaars. Verkrijg zo de vrede over jullie vaderland. Ik ben zijn Engelbewaarder, de Engel van Portugal. Aanvaard en verdraag nederig het lijden dat de Heer jullie sturen zal.“
 

Derde verschijning (najaar 1916): de engel boog zich tot op de grond en herhaalde drie maal dit gebed:

“Allerheiligste Drie-eenheid, Vader, Zoon en Heilige Geest, ik aanbid U met de grootste eerbied en offer U op het aller kostbaarste Lichaam en Bloed, de Ziel en de Godheid van Jezus Christus, aanwezig in alle tabernakels op aarde, tot eerherstel van de beledigingen, heiligschennissen en onverschilligheid waarmee Hij wordt beledigd. Door de oneindige verdiensten van Zijn allerheiligste Hart en van het onbevlekte hart van Maria bid ik U om de bekering van de arme zondaars.”

Vervolgens sprak de Engel: “Neemt en drinkt het Lichaam en het Bloed van Jezus Christus, vreselijk beledigd door de ondankbare mensen. Biedt eerherstel voor hun misdaden en troost uw God.”
 
 

De Boodschappen van Fatima

https://restkerk.net/derde-geheim-van-fatima/

De laatste middelen die ons gegeven zijn: de Rozenkrans en de devotie tot het ONBEVLEKT HART VAN MARIA. 

 

 

Film: Verschijningen te Fatima

https://gegroetokruis.org/2017/01/12/film-verschijningen-te-fatima-15/

https://gegroetokruis.org/category/100-jaar-fatima/

© 2013 Alle rechten voorbehouden.

Maak een gratis websiteWebnode